Een andere kijk op natuurbescherming. Zijn exoten wel echt een probleem? Aan de hand van een serie voorbeelden probeert de auteur aan te tonen dat bescherming van de 'oorspronkelijke' natuur de verkeerde aanpak is. De voorbeelden zouden aantonen dat exoten vaker positief dan negatief systeem hebben op een bestaand ecosysteem. De gevallen waar een exoot een heel gebied lijkt te overspoelen zouden al zo ver vervuild zijn dat het niet de exoot is die de eerdere soorten verdrukt, maar het simpelweg een soort is die deze vrijgekomen ruimte benut.
Most of what we regard today as virgin wilderness is far from untouched by humans. That should give us pause. If nothing is wilderness, then what does it mean to be a conservationist? What, and how, do we conserve?
Hij heeft waarschijnlijk gelijk in de claim dat ongerepte natuur niet meer bestaat. De vraag wat je precies wil beschermen is daarmee legitiem. Wat nu precies de beste aanpak is wordt me niet helemaal helder.
Het valt op dat er veel bronvermeldingen zijn bij de delen waar hij de (soms erbarmelijke) statistieken en bewijzen van schade van exoten weerlegd. Deze bronnen missen opvallend vaak op de plekken waar hij claims doet over de positieve invloed van nieuwe soorten op een ecosysteem. Nooit wordt helemaal duidelijk of hij uit een overdaad aan voorbeelden de meest positieve kiest, of daadwerkelijk een eerlijk beeld geeft. Het voorbeeld van de Oostvaardersplassen was in ieder geval niet erg sterk, en gaf blijk van een oppervlakkige kennis van het gebied.
Dat we (zeker in Nederland) een bepaald ideaalbeeld van de 'natuur' proberen te beschermen geloof ik nog wel, en dat dit een deels arbitraire toestand is die we beschermen ook. Daar staat tegenover dat het in ieder geval hier hard achteruit gaat met de stand van veel soorten, en dat daar maar weinig voor terug komt. Arbitrair of niet, beter beschermen we wat er is, en zijn we coulant voor nieuwe soorten, dan dat we oud en nieuw laten uitsterven.