Presentatie natuurfotografie
Afgelopen donderdag gaf ik vanuit de Cycloop een presentatie natuurfotografie voor leden van de biologenvereniging van de RU. De presentatie was bedoeld voor beginners. Na afloop volgde een praktijkworkshop in de omgeving van de Duivelsberg.
De sheets van de presentatie zijn hieronder ingevoegd. Zonder het verhaal is het niet bijzonder nuttig. Onder de sheets heb ik de belangrijkste punten nog 's op een rij gezet.
Belichting
Omdat deze presentatie gericht was op beginnende fotografen, meest gewapend met compactjes, ben ik begonnen met wat basisinformatie. Ik begon met een toelichting op de begrippen ISO, sluitertijd en diafragma. Hierbij ging het vooral om de invloed van verandering in 1 van de 3 waardes op de andere 2. (Bij het veranderen van diafragma moet sluitertijd in tegengestelde richting evenveel veranderen)
Hierna gaf ik aan wat voor effecten veranderingen kunnen geven, in het kort:
- Klein diafragma: Grote scherptediepte, veel van de foto zal scherp zijn. Fijn bij landschapsfoto's. Noodzakelijk bij veel macro's, vanwege de geringe scherptediepte bij extreme close-ups. (Groot f/getal)
- Groot diafragma: Kleine scherptediepte, een onscherpe achtergrond. Met name gewenst bij portretten (ook van dieren) (Klein f/getal).
- Sluitertijd: Gebruiken om beweging te bevriezen, of juist beweging te benadrukken (bijvoorbeeld bij de waterval, of de paardebloem).
- ISO: Gebruiken als 1 van de andere waardes tegen de limiet aanloopt. Bij té lange sluitertijden kan de ISO omhoog.
Vervolgens ging ik wat dieper in op belichting, de werking van het histogram en wanneer belichtingscompensatie te gebruiken (licht onderwerp, compensatie omhoog..).
Scene-modes
Omdat veel van de deelnemers compact-camera's zonder handmatige instellingen hadden, heb ik wat tijd besteed aan het toelichten van verschillende 'scene-modes' (de portret-, landschaps- en sportstanden):- Portret: Zorgt voor kleine scherptediepte door het diafragma zo ver mogelijk open te gooien. Ook nuttig in andere gevallen waar je je onderwerp wilt laten afsteken tegen een wazige achtergrond.
- Landschap: Precies omgekeerd. Een grote scherptediepte wordt bereikt met een klein diafragma. Nuttig voor landschappen, maar ook als je graag wat meer scherptediepte hebt bij een opname van enkele planten net achter elkaar.
- Sport: Zorgt voor een korte sluitertijd. Bij bewegende insecten en dieren prettig om te gebruiken, bij veel wind ook voor planten te gebruiken. (Nadeel: Groot diafragma met weinig scherptediepte)
- Macro: Zorgt voor een kleinere minimale scherpstelafstand. Nuttig voor macro's, verrassend genoeg!
Ik besloot de presentatie met wat voorbeelden waarbij ik aangaf welke scene-modes het best gebruikt konden worden.